Hoera, de winter is voorbij!
Deze melding kregen we onlangs van de Thaise KNMI.
Dat betekent dat de temperaturen van de winterse waarden van pakweg 26 graden gaan stijgen naar zo’n 34-35 graden. In de nacht zakt de temperatuur naar zo’n 25 gaden. Onze activiteiten zullen we moeten aanpassen aan deze temperaturen. Had ik net het voornemen gemaakt om elke dag vijf kilometer te gaan hardlopen, gooit het weer roet in het eten. Wat jammer! Maar we hebben best wel wat zeer frisse dagen gehad, vaker en frisser dan we het hier ooit eerder hebben meegemaakt. We gedijen beter bij de hetere temperaturen.
Bezoek uit Nederland.
In februari hebben we bijna drie weken vrienden op bezoek gehad uit Arnhem, Hans en Henny. Ik zal geen uitgebreid reisverslag hier maken, niemand zit er op de zoveelste reisgids te wachten denk ik. Maar een kleine opsomming wil ik hier wel vermelden en ik voeg wat foto’s toe. In Bangkok hebben we het immer interessante Lumphini park bezocht om onder andere varanen te spotten. Echter, er viel weinig te spotten want we gingen er bijna bovenop staan, ze lagen aan de rand van het park op de stoep! Verder uitstapje gemaakt naar Ancient City, een enorm openluchtmuseum in de vorm van Thailand met alle bekende bezienswaardigheden van Thailand op een schaal van 1:1. Lekker onze gasten rondgereden in een golfkar. Leuk was ook een dagtocht vanuit Bangkok naar Ayutthaya, de oude koningsstad uit het Siam rijk. Na vier dagen Bangkok vertrokken we naar Pakchong om vanaf daar het Khao Yai nationaal park te bezoeken. De jungletocht die we daar gemaakt hebben wil ik wel wat uitgebreider toelichten, voor mij was dat wel een hoogtepuntje.
Slapen in het bed waar ooit Bruce Lee in heeft geslapen.
We hadden een hotel geboekt aan de rand van het park in Pakchong. Nou ja, het was nog wel een drie kwartier rijden naar de ingang van het park, maar dat noemen ze in Thailand dus dichtbij.
In het hotel hingen er naast onze slaapkamerdeur foto’s van Bruce Lee, de man van het hotel vertelde ons trots dat Bruce Lee in die kamer geslapen had tijdens filmopnames, The big boss uit 1971. Dat verklaarde het aantal deuken in de hardhouten kamerdeur.
Naar het park.
We hadden een tour geboekt bij Bobby’s jungle tours. Heel toevallig kenden we die, want daar hadden we ca 15 jaar geleden ook een tour bij geboekt. Vroeg in de ochtend werden we opgehaald door een chauffeur en gids in een halfopen truck. Het was die dag redelijk koud en regenachtig. In het park aangekomen begon het spotten naar apen, vogels en alle andere tropische exoten. Deze waren lastig te ontdekken tussen het dichte gebladerte maar dankzij onze ervaren gids Mooh werden we steeds attent gemaakt op toekans, uilen en allerlei andere tropisch varianten. Met een monoculair, een soort verrekijker op statief, kon ze de beelden voor ons dichterbij halen. Met onze mobiel via haar lens maakte ze de nodige foto’s en filmpjes. Helaas niet van de beste kwaliteit. Later heb ik er van de ca 100 foto’s er 98 weggegooid. Bijzonder was ook een brutale aap die op een parkeerplaats razendsnel een stokje saté uit een tas plukte die aan het stuur van een motorbike hing. Onvoorstelbaar hoe snel hij dat voor elkaar had.
De jungletocht en de bloedzuigers.
Toen we de vorige dag in het hotel de tour regelden vertelde de organisator dat we een lange broek, ter bescherming tegen bloedzuigers, moesten aantrekken en muskieten spray moesten meenemen. Laat ik nu op deze trip geen lange broek hebben meegenomen, als enige. Geen nood, in de stad Pakchong was op de markt vast wel zo’n super lelijke flodderige olifantenbroek te koop. Niet dus, tot mijn grote opluchting, want in zo’n broek wil je nog niet dood gevonden worden, dus trok ik de langste korte broek aan die ik bij me had. In de auto kregen we beenkappen uitgereikt die we moesten aantrekken over onze sokken in de schoenen, dit om te voorkomen dat bloedzuigers de broekspijp inkruipen. Ik knoopte de bovenkant van de beenkappen zo dicht mogelijk vast tegen de onderkant van mijn korte broek, wat kan er misgaan zou je denken.
Nederlanders!
In onze jungle outfit trokken we met een groepje van zeven volwassenen en een kind nu echt de jungle in, smalle paadjes tussen gigantische bomen en begeleid door een kakofonie van tropische geluiden, hier kon ik echt van genieten. Na een tijdje hielden we stil bij een groepje bomen waar een stel gibbons van tak naar tak slingerden, best wel imposant wat voor een afstanden ze springend kunnen overbruggen. Lang konden we daar niet van genieten want er kwam een grote groep toeristen aan die luid pratend hun best deden om al het wild weg te jagen, en ja hoor het waren Nederlanders. Reis je 10.000 km, zit je midden in een park van 2000 m2, midden in de jungle, kom je verdorie Nederlanders tegen. En het ergste was: ze hadden van die ongelooflijk lelijke olifantenbroeken aan! Wat was ik blij dat ik er niet een gekocht had, ze hadden mij waarschijnlijk meteen als een van hun gelijke gezien en mij in een polonaise door de jungle gevoerd. Wat een nachtmerrie. Onze gids nam het verstandige besluit om van de normale route af te wijken en dieper de jungle in te trekken zodat we zeker waren om geen nieuwe irritante toeristen tegen te komen.
Gewond!
De tocht werd avontuurlijker en lastiger, maar ook leuker. Tot ik ontdekte dat mijn linker beenkap was afgezakt en er blote huid zichtbaar was, en ja hoor een rode wond. Duidelijk een bloedzuiger die zich intussen (dronken van geluk) volgezogen had losgelaten Een felle pijn schoot door mijn been, moest ik de gids vragen of ze medicijnen in haar rugzak had? Een flinke dosis morfine leek me hier wel van toepassing. Maar, dacht ik, we zitten in de jungle en hier gelden de wetten van de jungle. Als er gevaar dreigt dan wordt de zwakste van de groep achtergelaten, in dit geval duidelijk ik en niet langer het kind. Dus de pijn verbijtend zette ik mijn innemendste glimlach op en vervolgde de tocht terwijl ik hoopte dat niemand het bloed zou zien dat langzaam van mijn been in mijn schoen liep. Na ruim een uur kwamen we weer bij de auto terug en vertrokken we richting lunch. Gelukkig konden de beenkappen af, en mijn wond bleek bij nader inzien pietepeuterig klein. Mijn fantasie was weer op hol geslagen zoals jullie gemerkt hebben.
Geen olifanten.
Hoogtepunt van het bezoek aan het park zouden de wilde olifanten moeten zijn die hier in kuddes en solitair rondlopen. Op een gegeven moment kregen we van een andere gids de melding dat er olifanten gespot waren. In volle vaart met de auto daarheen, maar helaas in het dichte oerwoud zagen we alleen bomen en takken heen en weer bewegen door olifanten die zich daar verplaatsten. Dus zonder een olifant gezien te hebben vertrokken we na een lange dag terug richting hotel.
Naar huis
De volgende dag vertrokken we richting ons huis in Hua Hin, een rit van zes a’ zeven uur. Onderweg hadden we nog een stop bij de Maeklong trainmarket. Dwars over deze markt rijdt een paar keer per dag een trein, zodra de trein er aan komt wordt het hele hebben en houden aan fruit, groente en andere handelswaren minimaal aan de kant geschoven en de zonweringen even opgetrokken om de trein door te laten. Na het passeren wordt alles in een handomdraai weer teruggezet. Leuk om eens te zien, maar wel heel erg toeristisch.
Terug in Hua Hin hebben we nog wat leuke dingen gedaan, “hoogtepunt” was een bezoek aan Venezia, een soort mini Venetië waar op elke sporadische bezoeker ca acht man personeel aanwezig was. Ben benieuwd hoe lang deze attractie nog bestaat. Het echte (letterlijke) hoogtepunt was natuurlijk de verjaardag die van Henny die we hier uitgebreid gevierd hebben met onder andere een drankje in de rooftop bar van het Hilton, gevolgd door een super lekker etentje bij La Terasse, een restaurant aan zee.
Dat was het weer.
Khun Peter
Motorbike deel 2
In mijn vorige blog schreef ik over het fenomeen motorbike in Thailand, zoals hier de kruising tussen scooter en motor genoemd wordt. Neef Danny vond het maar een rare naam, waarom niet motorscooter genoemd zoals in Nederland. Tja, gezien de aantallen die er hier in Azië rondrijden hebben ze er wel enig recht op om die naam te claimen.
Een paar getallen: Thailand 22 miljoen; China 85 miljoen, Vietnam 65 miljoen; India 221 miljoen. Dat zijn de geregistreerde motoren waarvan verreweg het grootste aantal de eerdergenoemde motorbike betreft. In een parkeerplaats van een shoppingmall staan er al snel enkele duizenden. Goed onthouden dus waar je hem geparkeerd hebt.
Met deze enorme aantallen is het logisch dat het aantal reparatie zaken ook gigantisch is.
Regelmatig zitten we in een barretje bij ons in de buurt, zoals bijna alle barretjes zijn deze halfopen en zit je lekker overdekt maar toch buiten. Vinden we fijn, want er is veel te zien op straat. In de eerdergenoemde bar zit tegenover ons ook een motorbike reparateur. Ik mag daar graag naar kijken, je ziet daar mensen naar binnen gaan die zelf hun motorbike repareren of band plakken, tegen een kleine vergoeding gebruik makend van de faciliteiten van de zaak. Zie ik in Nederland niet zo snel gebeuren. Het is ook een gezellige ontmoetingsplek voor bekenden en buren, niet zelden horen we luide Karaoke liederen over de straat galmen. Ik heb mijn motorbike ook daar diverse keren afgeleverd voor grote of kleine zaken. Vorig jaar twee nieuwe banden er op laten zetten (pakweg 50 euro) en onlangs olie laten verversen, zowel de motorolie als versnellingsbak olie (kosten 5 euro). Enige tijd geleden werkte mijn kilometerteller niet meer, de kabel was los gerammeld bij het telwerk, Nice gevraagd of we dat zelf konden repareren door de frontcover los te schroeven, maar volgens hem was het veel complexer, er moet meer gedemonteerd worden. Dus maar weer laten doen door ons mannetje aan de overkant van de bar. Hij was er een klein half uurtje mee bezig, kosten 2,25 euro. Ruimhartig heb ik dit afgerond naar 2,50. Uitvoerig werd ik ervoor bedankt.
Nice is nog goedkoper uit, hij koopt de olie bij een webshop en laat het dan bij een motorzaak vervangen, scheelt 55 baht (1,5 euro).
Maar ja, hij heeft intussen bijna 50 motorbikes in zijn bezit voor verhuur, het restaurant is nu bijna een bijzaak en dient ondermeer als ontmoetingsplek voor huurder en verhuurder.
Het gros van zijn motorbikes verhuurt hij aan Chinese studenten van de nabijgelegen Universiteit, helaas notoire brokkenpiloten, maar goed voor de centen.
Nog een fenomeen rond de motorbikes, of liever zijn berijders, wil ik hier kwijt, daarna hou ik erover op.
Als ik op mijn motorbike zit heb ik mijn helm op, maar mijn vizier open, om toch nog wat frisse lucht te krijgen. Een helm op de kop is al warm genoeg, vandaar dat hier bijna niemand een helm draagt. Om mijn ogen te beschermen tegen de rijwind en vliegende insecten en niet te vergeten de stof heb ik mijn sterktebril op en daarover een overzet zonnebril. Staat er erg veel wind dan doe ik alsnog het vizier omlaag. Maar het is mij een compleet raadsel hoe de Thaise motorbike rijder het voor elkaar krijgt om met onbeschermde ogen rond te rijden. Vaak met een snelheid van pakweg 80 km per uur en zonder vizier of zonnebril.
Het heeft hier al maanden niet geregend, wel veel wind, dus er zit ongelooflijk veel stof in de lucht. Zit er een optometrist tussen mijn lezers? Hoe kunnen zij daar geen last hebben? Het is mij een compleet raadsel
Verkiezingen
Sinds enkele weken hangen er overal in de stad verkiezingsposters en rijden er de hele dag busjes rond met luidsprekers die luid de verkiezingsbeloftes verkondigen, die ze overigens eenmaal gekozen, toch niet nakomen. Politici zijn overal ter wereld hetzelfde. Enige wat ik ervan versta, omdat ik de Thaise getallen ken, voor welk lijstnummer ze oproepen. Lijst een en twee voeren de boventoon. Aangezien de landelijke verkiezingen al lang achter de rug zijn vroeg ik Nice om welke verkiezingen het nu precies ging. Het bleken de gemeentelijke verkiezingen te zijn, hetgeen ik al vermoedde. In een adem door vermelde hij erbij dat hij voor 1500 baht (iets meer als 40 euro) zijn stem kon verkopen, maar omdat hij in een andere gemeente stond ingeschreven moest hij daar wel een flink eind voor reizen, misschien ging hij dat toch wel doen. Een echte democraat in hard en nieren dus!
Verjaardag met ook een Peter
Vrijwel elke vrijdag gaan we in een bar/restaurant vlak bij ons huis een potje poolen. Een leuke bezigheid ook al zijn we er niet bijster goed in. Onlangs viel die vrijdag toevallig samen met mijn verjaardag, de 17e januari. Toen we binnenkwamen zat de eigenaresse, Mint genaamd, met een westerse man aan een tafeltje te praten. Het was er verder op dat tijdstip nog niet druk, slechts een of twee tafeltjes bezet. Maar wat bleek, die man waar ze mee zat te praten was dezelfde dag ook jarig! Hoe groot is de kans dat je elkaar op zo’n plek tegenkomt. Maar het werd nog gekker, hij bleek ook Peter te heten. Beiden hadden we de ID als bewijs op onze mobiel staan. Toevallig wist hij ook alles van Arnhem, met name met betrekking tot “A bridge too far”, dat maak ik niet vaak mee. Mint schonk ons meteen wijn in om het te vieren, al hadden wij eerlijk gezegd op dat tijdstip meer zin in een ijskoud biertje. Uiteraard werden wij, inclusief Mint, op de foto gezet en hebben we met de andere Peter meteen afgesproken om volgend jaar 2026 elkaar weer te treffen op de 17e.
Een opvallend restaurant
Enige tijd geleden gingen we samen met Nice en Oum eten bij een restaurant in het noorden van Hua Hin. Als je de gevel aan de buitenkant bekijkt lijkt het een normaal redelijk klein lokaal restaurantje. En dat was het oorspronkelijk ook, echter de klandizie werd alras groter en groter en dat resulteerde in diverse uitbreidingen aan de achterzijde van het pand. Het restaurant is nu een aaneenschakeling van zalen en biedt plaats aan 400 man. In de weekenden zijn ze drie keer op een avond uitverkocht. Er loopt een 40-tal bedienend personeel rond en de keuken wordt bemand door maar liefst 27 man! Een vreetschuur dus, zou je zeggen. Echter niets is minder waar, alles is extreem goed georganiseerd, wil je iets bestellen, in no time heb je iemand aan je tafel staan die het via een iPad doorgeeft aan de keuken. Het staat snel op tafel en ondanks de drukte gaat er niets mis. Maar goed, belangrijkste is de kwaliteit van het eten, en dat is precies waarom dit restaurant zo gegroeid is. Het is super goed, vers en niet duur. Ze hebben zelfs een eigen vissersboot om de toevoer van verse vis in eigen hand te houden. Nadeeltje is wel dat de hele menukaart in het Thai is, voor het bestellen heb je dus wel wat hulp nodig. De klandizie is hier echter 98% Thai. We gaan hier zeker vaker heen
Tot de volgende keer.
Khun Peter
Motorbikes
Ik heb het in mijn blog regelmatig over motorbikes, onlangs besefte ik dat een Nederlandse lezer hoogstwaarschijnlijk niet bekend is met dit alom in Azië aanwezige fenomeen. Daarom even een verduidelijking, de motorbike zoals we die hier kennen in Thailand is een uitvoering tussen de in Nederland bekende scooter en de zware motor, het heeft dus het model van een scooter, maar is zwaarder uitgevoerd en met een zwaardere motor, meestal 125 cc. Je hebt hier dus ook officieel een motorrijbewijs voor nodig. Zie ook foto van mijn fraaie opvallende zeer populaire Honda Scoopy. Tot zover de uitleg.
Straathonden in Thailand
Al heel lang stond het op mijn lijstje om eens in mijn blog een stukje te schrijven over de vele straathonden in Thailand. De directe aanleiding om nu maar eens echt de pen hierover op te pakken was toen we onlangs in het restaurant van Mr. Nice zaten en een motorbike vlakbij hoorden crashen. Oorzaak een plotseling overstekende straathond. Gelukkig viel het allemaal mee, de hond maakte zich bliksemsnel uit de voeten, blijkbaar geen breuken of andere onoverkomelijke blessures en de vrouw op de motorbike (uiteraard zonder helm) kon overeind krabbelen. Overal snelden mensen naar haar toe om te helpen, maar ze kon haar weg vervolgen, alleen wat lichte schrammen en wat krassen op het voertuig. Met Nice hadden we het erover wat er gebeurd zou zijn als het wel veel slechter was afgelopen, vrouw naar ziekenhuis, motor totall loss, een straathond heeft immers geen eigenaar die je aansprakelijk kunt stellen. Hij vertelde ons dat dan diegene die de hond eten geeft aansprakelijk is. De bewijslast lijkt me discutabel, maar niet in alle gevallen onmogelijk. De kok van Mr Nice (met de niet zo flatteuze naam Fat Lady) staat er ook om bekend dat ze regelmatig de honden te eten geeft. Bij ons in de buurt rijdt ook de hele dag een oud vrouwtje rond met tassen vol voer voor de immer hongerige viervoeters. Die voelen ook haarfijn aan wanneer ze langskomt, met hun biologische klok is niets mis.
Maar, en nu komt het: er zijn ook mensen die hier grof geld mee verdienen dankzij donaties die ze krijgen. Als voorbeeld, vertelde Mr Nice ons, dat om de hoek van zijn restaurant jonge mensen woonden die zich daar full time mee bezig hielden en die woonden in een kast van een huis van 28 miljoen baht (bijna 8 ton in euro’s). Ik had mijn twijfels, wellicht hadden die gasten een grote erfenis gehad dus ik besloot zelf maar op onderzoek uit te gaan.
Als je googelt op streetdogs Hua Hin kom je al snel een flink aantal donatie sites tegen die er behoorlijk professioneel uitzien. Uiteraard met foto’s van magere hondjes die door hun weldoeners van voedsel worden voorzien. Doneren wordt op prijs gesteld, je hoeft alleen maar op de donatie knop te drukken die op sommige sites standaard op 30 dollar staat, op een andere site zelfs op 50 dollar. Valt mee toch? Maar ho, als je daar op drukt doneer je 30 of 50 dollar per maand! Dat het bedrag in dollars staat zegt ook al heel wat, ze richten zich op de hele wereld. Stel nu dat er wereldwijd een 2500 hondenliefhebbers maandelijks dat bedrag van 30 dollar doneren, dat lijkt me niet overdreven want er zijn veel mensen die meer van honden houden dan van mensen. Dat is 2500 keer 30 dollar maal 12 maanden, oftewel 900.000 dollar per jaar!! Holy Moly.
Zijn de hondenbrokken zo duur in Thailand? Vergeet het maar, deze honden krijgen het goedkoopste wat er te krijgen is, voornamelijk rijst! Er zijn gelukkig ook sites die minder dwingend zijn om maandelijks te doneren en er zullen ook vast wel organisaties zijn met goede bedoelingen. Toch was ik wel verrast door het groot aantal mensen die hiermee bezig zijn.
We hebben het koud!
Potverdrie! Vlieg je helemaal naar het tropische Thailand, denk je het koude Nederland ontvlucht te zijn, en dan zit je hier te koukleumen. Ik kijk op de weer app en het is toch echt 26 graden, gevoelstemperatuur 27 graden. Er waait een fris windje uit het noorden maar dan nog zouden we het niet koud mogen hebben als de thermometer een 26 graden aanwijst. In de vroege ochtend als we buiten aan de koffie zitten, hebben we een vest aan! In de loop van de dag krijgt de zon meer kracht en wordt het warmer, maar als in de vroege avond de zon ondergaat, dat is hier nu rond 6 uur, dan wordt het al snel frisser en gaan de vesten weer aan. Blijkbaar zijn we al een halve Thai aan het worden en zijn we de kou ontwent. Canadese vrienden van ons daarentegen vinden deze temperaturen geweldig, maar ja, die komen ook uit een land waar ze een temperatuur van het minus 45 graden lekker frisjes noemen.
Ongetwijfeld wordt het richting maart, april hier weer snikheet en gaan we daar over “klagen”
Seven dangerous days.
Zo worden hier de dagen rond de jaarwisseling genoemd, omdat er dan nog meer verkeersdoden vallen dan is de rest van het jaar. Na 7 dagen staat de teller op 393 doden en 1894 gewonden. Het merendeel van de ongelukken betreft motorbikes. Oorzaak, te hard en roekeloos rijden, vaak zijn de bestuurders nog piepjong en een helm dragen is hier alleen nodig als je weet dat er politiecontroles zijn. Af en toe lijkt het wel of ze om ongelukken vragen, ze rijden vanaf een zijstraat zo een drukke hoofdweg op zonder te kijken of er wat aankomt, ik heb al menigmaal hard in de remmen moeten knijpen om een ongeluk te voorkomen. Ook zie ik regelmatig een vrouw met een jong kind los staand voor haar op de motorbike en op haar been een baby van een paar maanden die ze met een hand vasthoudt. Met een hand sturend vertrekt ze dan over een weg met gaten en bobbels, je moet maar durven (zie ook foto).
Hilarisch wordt het helemaal als we een agent van de verkeerspolitie (die we kennen als mede bareigenaar en projectbegeleider in de bouw) strak in uniform en felgekleurd hesje met de tekst POLICE, op zijn motorbike zien vertrekken richting een checkpoint om daar mensen aan te houden die zonder helm rijden terwijl hij zelf alleen een pet op heeft, geen helm dus. Je begrijpt dat we af en toe hier niet meer bij komen van het lachen.
Vertraagd Blog
Dit blog is met de nodige vertraging tot stand gekomen. Eind November vorig jaar moesten we plotseling ons verblijf hier tijdelijk afbreken voor een bezoekje van twee weken aan Nederland in verband met familieomstandigheden. Sinterklaas hebben we nog meegemaakt aan het thuisfront en de bittere kou helaas ook. Weer terug in Thailand duurde het dit keer heel erg lang voor we ons ritme weer gevonden hadden. Twee lange vliegreizen binnen twee weken gaat je blijkbaar niet in de koude kleren zitten. Lachte ik vroeger collega’s uit als ze last hadden van jetlag, dit keer sloeg de jetlag ons beiden uit wraak keihard om de oren. Duurde weken voor we weer in ons normale doen waren. Vandaar dat het blog even op een laag pitje heeft gestaan.
Dat was het weer, iedereen de beste wensen voor 2025 en tot de volgende keer.
(deze keer helaas niet zoveel foto’s)
Khun Peter
[gallery ids="2478,2479,2487,2480,2476,2475"]Drukke eerste weken
Na vijf drukke en leuke maanden in Nederland werd het hoog tijd om te verkassen naar ons huisje in Hua Hin. Via de aldaar hangende camera’s konden we de status van ons huisje keurig in de gaten houden. De tuinman kwam hondstrouw drie tot vier keer in de week, over de frequentie van het zwembadonderhoud hadden we onze twijfels, langzaam maar zeker zagen we het water groener worden en de poolman kwam absoluut niet twee keer in de week, zoals was afgesproken. Dus contact opgenomen met onze Thaise vriendin en huisbaas die resoluut ingreep, huidige poolman ontslagen (zonder ontslagvergoeding uiteraard, zo werkt dat hier) en nieuwe aangenomen. Deze komen nu met zijn tweeën of drieën trouw twee keer in de week.
Goed, na een lange vlucht van 12 uur kwamen we in Bangkok aan, de opwinding die dat vroeger bij ons teweegbracht is er niet meer, het begint aardig routine te worden.
Na een nachtje Bangkok gingen we in een bestelde taxi naar Hua Hin. Als Nederlander zul je denken, huh met een taxi, dat is toch peperduur. Nou, niet hier, het is een rit van pakweg 200 km en kost 1800 baht, zeg maar vijftig euro, en dan heb ik nog een iets grotere en duurdere taxi gekozen in verband met onze bagage.
Aangekomen bij ons huisje konden we meteen aan de slag, buiten eerst maar al de duivenpoep weggespoten en ook binnen kon de vloer wel een dweiltje gebruiken. Maar daarna was het de koffers uitpakken, de tuin bezichtigen (zag er prima uit) en de inwendige mens versterken bij het restaurant van vriend Mr. Nice. Meteen de eerste avond werd het al supergezellig, onze terugkomst was niet ongemerkt gebleven en dus kregen we al gauw gezelschap van een paar goede Thaise vrienden zoals onze huisbaas en vriendin Aum.
Voorraden aanvullen
De eerste week staat in het teken van voorraden aanvullen. Veel boodschappen halen we bij de Makro, niet ver van weg wonen. Doorgaans gaan we drie of vier keer in de week uit eten en gooien we de andere dagen iets lekkers op de barbecue. Ook is het raadzaam om wat noodvoorraad achter de hand te hebben voor het geval dat we niet weg kunnen bij zware regenval. De wegen veranderen dan in kolkende rivieren. Gelukkig hebben we een grote koel/vrieskast die we kunnen vullen. Voor een lekker broodje moet ik een uurtje rijden, in de directe omgeving hebben we geen lekker brood kunnen vinden. Om niet voor een leeg schap te staan na een lange rit bestel ik een dag van tevoren vijf broden die de volgende dag netjes voor mij klaar liggen.
Ook bestellen we 80 liter drinkwater, in de vorige periode dat we hier woonden ging het probleemloos, maar doordat er nu andere mensen bij het waterbedrijf werkten had het nogal wat voeten in aarde om het water uiteindelijk bij ons afgeleverd te krijgen. De baas van de tent sprak geen Engels (en ik vrijwel geen Thai) dus de conversatie ging zeer moeizaam, hij bleef maar het woord kaboem herhalen. Kaboem kaboem ging het telkens weer. Dat woord intrigeerde me, dus zocht ik later uit wat het betekende. Het bleek nogal een tricky woord. Lees maar….
Kaboem Ka boem
Mensen vragen ons wel eens of we intussen de Thaise taal beheersen na zoveel jaar hier te wonen. Nou nee, we kennen een aantal gemakkelijke woorden waar je je geen buil aan kunt vallen, zoals dag zeggen, bedanken, de rekening vragen, en zeggen dat iets lekker is. En wat heel makkelijk is, we kunnen tellen in het Thai. Als je op de markt, waar ze vrijwel geen Engels spreken, en je moet afrekenen dan verstaan we het genoemde bedrag redelijk. Maar de Thaise taal is een toontaal. Zelfs een kort woord van drie letters kan op drie verschillende toonhoogtes uitgesproken worden en dan heeft het drie totaal verschillende betekenissen. Het grote probleem is, wij horen het verschil in toonhoogte vrijwel niet. Dus de kans dat je iets heel anders zegt dan de bedoeling is is vrij groot. Een goed voorbeeld hiervan is het eerdergenoemde Kaboem. Omdat ik dat woord binnen enkele dagen verschillende keren hoorde heb ik het eens nagevraagd bij vriend Nice. Zijn uitleg was helder, het betekende eigenlijk Yes Sir!, een beleefdheidsvorm waarmee je eigenlijk zegt ik heb het begrepen of komt voor elkaar. Toen ik enkele dagen later in zijn restaurant zat een praatje met hem maakte, dacht ik aan het einde van het gesprek het pas geleerde Thaise woord in de praktijk te brengen, dus ik sloot af met Kaboem. Oh, zei hij, nu spreek je het verkeerd uit, dit bekent heel wat anders, je moet zeggen Ka Boem (nauwelijks hoorbare pauze tussen de lettergrepen) en niet Kaboem. Wat betekent het dan zoals ik het heb uitgesproken vroeg ik, hij heeft het me uitgelegd, het kwam erop neer dat ik vroeg om een seksuele handeling waar je normaal gesproken grof geld voor moet neertellen.
Jullie zullen begrijpen dat ik dat woord niet meer zal bezigen.
Verbouwing
Het huis naast ons stond al drie of vier jaar leeg en was aardig vervallen, en wat nog niet vervallen was was wel ondergepoept door de duiven. Maar blijkbaar was het huis verkocht of had iemand besloten om het huis toonbaar te maken voor mogelijke verkoop want het werd grondig gerenoveerd. Altijd grappig om Thaise werklui bezig te zien, met slippers op een los huishoudtrapje boven op een gammele steiger of met slippers een schuin dak op lopen (zie foto). Dat ze het hier niet zo nauw nemen met de Arbo wetgeving zagen we laatst ook bij een bar (heel toevallig zaten we daar) waar dozen met bier werden afgeleverd, met een handigheidje werd ruim 32 kg aan drank op de rug naar binnen gedragen, ook hier heb ik een foto van gemaakt. Het blijft vermakelijk om dit soort dingen te aanschouwen.
Regen!
Goed, we zijn intussen aardig gesetteld, genieten van het heerlijke Thaise (en andere) eten zoals de green curry (medium spicy) bij Nice, eten van de Dynasour market (massaman curry!) of het eten op een grote food court, de Tamarind market waar we onlangs een van de lekkerste pizza’s gegeten hebben die we ooit geproefd hebben, en natuurlijk fantastische tapas bij Taboo (je merkt het, we eten niet alleen maat Thai.)
Het weer is nogal wisselvallig, hete dagen worden afgewisseld met dagen waarin ongelooflijke hoeveelheden regen vallen, ons zwembad is al ontelbare keren overstroomd Gelukkig wonen we vrij hoog op een heuvel dus we houden verder droge voeten. Maar als we op de motorbike de straat af naar beneden rijden lijkt het wel of je dwars door een rivier ploetert. Op zich ook niet ongevaarlijk want je ziet de gaten in de weg niet. Ook kunnen er door de zware regenval nieuwe gaten zijn ontstaan. Maar goed, binnenkort is het afgelopen en kunnen we ook vier maanden krijgen waarin geen enkele druppel valt.
Dit was het weer, tot de volgende keer.
Khun Peter
[gallery ids="2436,2443,2442,2445,2441,2440,2438"]