Tripje naar het zuiden
Belofte maakt schuld
In mijn vorige blog beloofde ik te schrijven over ons tripje naar het zuiden van Thailand, maar het duurde eventjes alvorens ik de pen weer kon oppakken. De reden: luiheid, regelen van een nieuw huurhuisje voor de volgende periode, waarover een volgende keer meer (oeps, weer een belofte), en de verzengende hitte. Het is de afgelopen tijd beduidend heter en droger dan de vorige jaren, maar gelukkig is er met het klimaat niets aan de hand volgens deskundigen als Trump en Baudet. Tja.
Nu, in de vroege ochtend 9 uur, temperatuur 34 graden, gevoelstemperatuur 43 graden, toch maar begonnen aan mijn verhaal.
Naar het zuiden.
Het plan was als volgt. Nadat we zoon en schoonzoon al in Bangkok ontmoet hadden, vertrokken zij naar Singapore en Indonesië, daarna zouden we in Ao Nang (provincie Krabi) weer bij elkaar komen. Ao Nang ligt een dikke 500 km vanaf onze woonplaats Hua Hin naar het zuiden. Wij wilden in een aantal stapjes met het openbaar vervoer richting Krabi, zodat we onderweg ook nog een paar leuke plaatsjes konden bezoeken. In Ao Nang zouden we samen met de jongens ruim een week verblijven om daarna terug te vliegen naar Bangkok.
Bang Saphan.
Onze eerste stop van twee nachten was in Bang Saphan. Een zeer rustig stadje aan de golf van Thailand. We hadden voor deze plaats gekozen omdat onze goede vriendin Aum daar vandaan komt. Ze had ons daarover verteld en ook dat haar moeder daar een restaurant heeft. Leuk, zeiden wij, daar gaan we zeker even langs, niet wetende dat het goede mens eigenlijk helemaal geen tijd voor ons had in verband met haar geplande vakantie!
Met de trein vertrokken we vanaf Hua Hin naar het zuiden, de Thaise treinen zijn oud en worden voortgetrokken door nog oudere diesel locomotieven. De reis naar het zuiden gaat via een enkel spoor, alleen op de stations is er een stuk dubbel spoor zodat kruisende treinen elkaar daar kunnen passeren. Gegarandeerd spannender dan bij de NS. Maar qua service kan de NS nog wel wat leren van de Thaise spoorwegen. Er liepen stewards rond die je hielpen met de bagage, de wagons schoon hielden en ons ook blij maakten met een verassend lekkere maaltijd (makreel in tamarinde saus, een kip currie gerecht en rijst). En dat voor een ticketprijs van ca 7 euro. Onderweg kwamen de eerste berichtjes binnen van Aum die zich blijkbaar verantwoordelijk voelde voor ons. Via een nicht had ze een motorbike voor ons geregeld met een helm, een tweede helm konden we van haar moeder lenen. Ons hotel stond vlak bij het strand en bestond uit aantal eental losse hutjes. Simpel en sober maar prima voor ons. Al snel na onze aankomst kregen we bericht van Aum of we niet meteen bij haar moeder konden langs gaan, want ze moest die middag vertrekken voor een korte vakantie naar Korea. Tja, afzeggen was geen optie want de Thaise gastvrijheid gebood haar om ons te ontvangen en uiteraard van grote hoeveelheden voedsel te voorzien. Ongelooflijk dat je zo warm onthaald wordt door mensen die ons alleen van naam kennen.
Na afscheid te hebben genomen van moeders hadden we anderhalve dag de tijd om het stadje verder te verkennen.
Interessant was voor ons de vissershaven met grote boten met enorme schijnwerpers die s’nachts uitvaren om op inktvis te vissen.
s’Avonds aten we in een restaurant aan zee waar voornamelijk locals kwamen. Daar aten we voor een onwaarschijnlijk laag bedrag fantastisch smakelijke verse krab. En oh ja, ook een garnalen schotel. Dat was nog wel even een dingetje. We hadden op de kaart aangewezen dat we verse garnalen wilden, daar waren ze nogal verbaasd over maar we lieten ons niet van de wijs brengen, Natuurlijk wilde we verse garnalen, die oude troep verkoop je maar aan iemand anders. Hij bleef verbaasd kijken en herhalen of we dat echt wilden, maar we lieten ons niet voor de gek houden. Toen het gerecht op tafel kwam snapten we het.Verse garnalen bleken rauwe garnalen en niet veel buitenlanders bestellen dat. Maar ze waren lekker en we zijn er niet ziek van geworden, dus vers waren ze zeker.
Chumpon
De volgende stop was Chumpon, een wat grotere plaats een honderd kilometer verder naar het zuiden. We waren gewaarschuwd door Nederlanders die in een hut naast ons in Bang Saphan logeerden en die daar net vandaan kwamen, dat daar niets te beleven viel. Maar al snel beseften we dat dat alleen maar een aanbeveling kon zijn, want hun maatstaf voor een geslaagd verblijf werd voornamelijk bepaald door het aantal landgenoten die ze tegen kwamen en met wie ze konden kletsen.
Ook van Bang Saphan naar Chumpon reisden we met de trein, hetgeen nog wat spectaculaire acties opleverden op het station van Bang Saphan omdat sommige reizigers voor de trein over de rails naar het andere perron moesten, onder hun ook een paar bejaarde Duitse hippies met een hoop bagage. Met man en macht werden ze veilig op het goede perron getrokken vlakvoor de aanstormende trein. Inmiddels is men bezig met de aanleg van een dubbel spoor van Bangkok naar het zuiden, lijkt me geen overbodige luxe.
Chumpon bleek een uiterst charmant stadje met veel houten huizen, zeer fraaie ongerepte stranden (hadden helaas te weinig tijd om die te bezoeken), leuke restaurants en barretjes en vooral een bijzonder levendige avondmarkt. Tegen het einde van de middag werden er een honderdtal eetkraampjes met streetfood geopend in de hoofdstraat. Vanwege de grotere afstand vanaf Bangkok (ca 500 km) komen hier weinig toeristen, dat maakte het voor ons een ideale tussenstop alvorens naar het bijzonder toeristische Ao Nang te vertrekken. Na twee nachten in dit vriendelijke stadje vertrokken we met de bus richting Ao Nang, een rit van ca 200 km waar we weer verenigd zouden worden met de beide jongens.
Over Ao Nang en onze boottocht naar het fameuze Phi Phi eiland en meet de muppets in Bangkok in het volgende blog meer.
Khun Peter