Over wilde olifanten en andere verhalen

Het zal je maar gebeuren, ben je een brave Thaise lerares Engels en klus je wat bij als taxi chauffeusse tijdens je vrije dagen, wordt je ingehuurd voor een tripje naar het Nationale park Kui Buri door een stel Nederlanders en wordt je daar bijna omver gelopen door een 5400 kg wegend gevaarte!

Maar laten we bij het begin beginnen.
Onlangs kregen we zeer gewaardeerd bezoek van goede vrienden die,  tot ons grote genoegen, de moeite genomen hadden om de lange reis naar dit tropische oord te ondernemen.
Voordat ze arriveerden hadden we een lijstje gekregen met de bezienswaardigheden die ze graag zouden willen zien en zelf hadden we ook nog wel tripjes op het oog. Al snel bleek de gehele wensenlijst wel heel erg ambitieus maar konden we ons prima vinden in een mix van relaxen en toeristische uitstapjes.
Hier onder enkele dingen die niet onvermeld mogen blijven:

Monsoon Valley
We waren hier al eerder geweest met familie maar aangezien het uitzicht daar fabuleus is, de wijnen prima zijn en de daarbij geserveerde tapas gerechten niet te versmaden, was het absoluut geen straf om dit nog eens  te herhalen.  Monsoon Valley ligt zo’n 40 kilometer buiten Hua Hin, we hadden als taxichauffeur Mrs PU gecharterd  (deze dame speelt later in het blog nog een schier verpletterende hoofdrol), gelukkig was ze de hele week vrij van school, waar ze engelse les geeft, zodat ze ons kon rijden. Uiteraard mocht ze niet meedrinken.

De apenheuvel
Aan de zuidkant van Hua Hin ligt de berg Kao Takiab, ook wel bekend als de Apenheuvel. We waren er eerder geweest maar ditmaal werden we door de tuk tuk afgezet aan de zuidkant van de heuvel bij een klein vissersdorpje. Voor ons ook weer nieuw.
Vanaf daar konden we de heuvel oplopen en daar bivakkeerden een grote apenkolonie.  Oppassen geblazen want er zitten zeer (honds)brutale apen tussen. Er zijn gevallen bekend van mensen die hun autosleutels zijn kwijtgeraakt. Gewoon uit de broekzak gejat. Ook Els moest letterlijk een aap van zich afslaan die haar tas probeerde te jatten.

Er zit een aap op het dak
Nog niet eerder gezien hier, in begin van de avond als het wat koeler wordt signaleren we een middelgrote aap op het dak van een huis tegenover ons.  De duiven op de belendende daken vonden het maar niks. De volgende ochtend is de aap weg maar het duurt nog dagen voordat de duiven zich weer durven te vertonen.

De Night Market
Elke dag om klokslag 4 uur in de middag veranderen een paar grote straten in een drukbezochte Night Market.  Het opzetten van deze markt biedt een spectaculair schouwspel.  Zittend aan de kopse kant van de markt, in het Railway Station Restaurant, achter een ijskoud biertje zitten we eerste rang. Vanaf kwart voor vier vertrekken de eerste geparkeerde auto’s uit de straat, wie te laat is heeft een probleem. Als het bijna  vier uur is is de straat nagenoeg leeg. Klokslag vier uur verandert het straatbeeld drastisch. Uit alle zijstraten stromen de karretjes binnen, motorrijders komen aanrijden met met hun stalletjes en koopwaar. Restaurantjes worden opgetuigd en tientallen motorrijders leveren manden met ijs af, gewoon drie grote manden met ijs los achterop de motor (zie foto). Binnen twintig minuten heeft het straatbeeld een totale metamorfose ondergaan.
Een uitermate boeiend schouwspel, uren zijn ze bezig om alles op te bouwen om het tegen elf uur in de avond weer af te breken. En dat elke dag opnieuw, zeven dagen in de week! En dan maar hopen dat je voldoende verkocht hebt, want de concurrentie is hevig.

En nu de wilde Olifanten.
Tja, je kunt natuurlijk gewoon naar de dierentuin gaan, daar heb je 100% zekerheid dat je olifanten te zien krijgt. Veel spectaculairder is het bezoeken van het nationale park Kun Buri, zo’n 970 vierkante kilometer groot en waar circa 300 wilde olifanten leven, En oh ja, enkele tijgers, maar de kans dat je die tegenkomt is vrij klein.  Bij eerdere bezoeken daar hadden we toch steeds het geluk gehad om olifanten tegen komen. Dit keer lieten ze zich wat minder vaak zien maar de spanning van het speuren tussen de bomen in de jungle en de schitterende uitzichten over valleien en bergen maken veel goed. Bij een van de laatste stopplaatsen speuren we met verrekijkers de vallei in,  wachtende op mogelijke olifanten. Alleen onze chauffeuse, Mrs Pu, had zich wat teruggetrokken en stond iets verderop een paar bomen te bewonderen. Ze stond slechts enkele meters van een pad af waar ineens een hard lopende olifant over heen kwam rennen. De rangers van het park schrokken zich een ongeluk, run run, riepen zij, maar het gevaarte van ruim 5000 kilo was al in de jungle verdwenen. Ongelooflijk dat zo’n enorm kolossaal beest zo hard kan rennen. Ook verbaasd het me iedere keer dat ze zich zo geruisloos kunnen voortbewegen. Ik heb het nog even gegoogeld, een olifant kan een snelheid halen van zo’n 40 kilometer per uur en heeft een hele efficiënte manier van wandelen of rennen waarbij ze verbazingwekkend weinig energie verbruiken en de druk op de grond heel weinig is.

Gelukkig kwam Mrs Pu met de schrik vrij en kon ze ons veilig thuis brengen. De dag daarop moest ze weer lesgeven, hopelijk geloven haar collega’s en studenten haar als ze verteld dat ze de dag ervoor bijna omver gelopen is door een olifant.

Het einde nadert.
Nog dik een week te gaan voor we weer terug naar Nederland gaan. Het is hier inmiddels snikheet, in het zwembad koel je nauwelijks meer af, temperatuur van het water is bijna 35 graden!

Maar, over enkele dagen volgt nog een blog over mijn pogingen om een Thais motor rijbewijs te halen. Echt een bizar verhaal. (Spoiler: het is uiteindelijk wel gelukt)
Volgende week nog een afscheidsfeestje/etentje  van onze Thaise vrienden, foto’s volgen uiteraard.

Groet

Khun Peter

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *